Hoe lang is lang?

Eind vorig jaar heb ik mijn eerste fantasyroman voltooid. Voor het nawoord heb ik opgezocht wanneer ik de allereerste letters heb geschreven en dat was maar liefst 11 jaar geleden. Niet dat ik er daadwerkelijk 4015 dagen aan gewerkt heb, ik schreef vooral in weekenden en vakanties. En vaak ook hele periodes niet. De hoofdpersoon in het boek is een jongetje van 7, dus als hij real time ouder was geworden, zou hij nu in een parkeergarage rondhangen met zijn vrienden en klagen over online lessen en examenstress. Gelukkig is hij nog steeds zeven en woont bovendien in een woud, lang voordat er ook maar iets bestond wat op school leek. Happy times! Op de oorlog in zijn land na dan.

Zo lang doen over een boek heeft behoorlijk wat nadelen. De eerste is dat je, in mijn geval, 11 jaar lang alle plotlijnen en karaktereigenschappen moet onthouden. De hoeveelheid aantekeningenboekjes en losse word-bestandjes met ideeën, achtergronden en kladjes is over de jaren flink gegroeid, waarvan het een uitdaging op zich is om die meer dan een decennium niet kwijt te raken (niet helemaal in geslaagd). Ctrl-F was mijn beste vriend tijdens het schrijven. Voor het boek heb ik ook een taal bedacht met een eigen grammatica en lexicon. Gelukkig zat daar een vrij eenvoudig systeem in, waardoor ik het ook na jaren nog redelijk kon volgen. Zelf een fantasietaal bedenken geeft trouwens een hele nieuwe dimensie aan het spelling checken. Dat je leest “Etha wartade” en denkt: hoort daar nu wel of niet een extra spatie in?

Voor ik aan deze roman begon, had ik alleen wat losse verhalen geschreven voor een studentenblad en (zakelijke) artikelen voor magazines. Maar een boek is toch een Kunst op zich. Omdat het mijn eersteling was, betekende dat dat mijn schrijfstijl zich nog aan het ontwikkelen was en ik nog hier en daar wat slechte gewoontes had af te leren. Wat ik na, zeg, zes jaar schreef, beviel me een stuk beter dan wat ik in het eerste jaar aan Word toevertrouwde. Ik heb dus veel herschreven, soms meerdere keren, en als ik het manuscript nu zou openen zou ik bepaalde fragmenten ongetwijfeld weer beetpakken. Gewoon omdat ik het niet kan laten.

Pas toen ik deel twee van de roman in ruwe vorm klaar had, heb ik deel één als manuscript aan een redacteur gegeven. Zij kreeg dus een tekst onder ogen waarvan sommige passages 11 jaar oud waren en anderen 1. Ondanks al mijn herschrijven had ze daardoor te maken met een auteur die het ene moment zijn eerste stapjes lijkt te zetten en het andere al jaren bezig lijkt. Ik heb veel goedbedoelde tips gekregen over beginnersfouten die ik al lang en breed kende maar toch nog ergens in het boek waren blijven staan. Maar vanzelfsprekend ook goede adviezen over eigenaardigheden die ik al die jaren in stand heb weten te houden. En correcties van woorden die ik al mijn hele leven fout bleek te schrijven of toch net wat anders betekenden dan ik dacht. Pijnlijk. Maar dat is voor een andere keer.